Logica en creativiteit zijn een vreemde combi. Hoe gaat dat nou bij jou Erik, dat logoproces? Nou, gewoon als volgt. Lees maar mee.
Bij nul beginnen hoefde niet. Er was al een naam, en er was al een kleurstelling, en er was zelfs al een schets. Dat was een topschets geweest in 1991, maar het is 2016. De opdrachtgever realiseert zich dat er iets beters moet komen. Ik besluit de schets als uitgangspunt te nemen, en de kleurstelling te accepteren. Die past goed bij wie ze zijn, waarom het wiel opnieuw uitvindenWat vervolgens gebeurt is het logisch verloop van de onlogica van creativiteit. Erg lang fröbel ik niet op papier. De eerste schetsen liggen nog heel dicht tegen het origineel. Ik streef naar verbetering, morrel hier en daar aan delen van het ontwerp. Met eerbiediging van het verleden verkennen wat nog meer kan. Ik streef naar iets wat in de huidige tijd past. En laat het daarna een paar dagen liggen.
Die dagen blijken essentieel, want ik zie daarna meer mogelijkheden. De eigenzinnigheid sluipt langzaam binnen. Maar uiteindelijk komt er weinig uit.
Ik laat het twee dagen liggen. Andere zaken smeken om aandacht.
Dan besluit ik om drastische dingen te proberen. Andere letters, rondkijken bij trendwatchers, effecten. Het resultaat zijn een aantal schetsen met sterk wisselende kwaliteit. Na de lange aanloop komt het er nu uit.
Op de presentatie kan ik een aantal goede schetsen laten zien, maar ben onzeker waar de opdrachtgever voor zal vallen. Dus presenteer ik het hele vel met schetsen, rijp en groen. De reactie aftasten. Ik show alles, maar vertel duidelijk wat ik geslaagd vind.
Het ongelofelijke gebeurt. Een radicale schets is de schot in de roos. Na de presentatie stuur ik de beste schetsen in PDF op, zodat ze er een tijdje op kunnen broeden. Het ontwerp houdt stand.
Verder moet er een visitekaart en briefpapier komen. Tijdens de presentatie sprankelt het nog niet echt. We werken er samen aan. Dat verbetert de boel. Ik krijg later een app. ‘Je hebt gewoon te goed werk geleverd, we kunnen niet kiezen!’